Op een avond vertelt een oude wijze Cherokee-indiaan aan zijn kleinzoon bij het knapperend houtvuur over de innerlijke strijd die bij veel mensen van binnen gaande is…
Hij zegt: “Mijn zoon, deze strijd is eigenlijk een strijd tussen twee wolven die binnen in ons allemaal huizen. Een zwarte en een witte.
De zwarte wolf vertegenwoordigd het kwade en het negatieve. Hij is boos, ontevreden, jaloers, afgunstig, bezorgd, verdrietig, bang, hebzuchtig en arrogant. Hij is vol zelfmedelijden, schuldgevoelens, spijt, wrok, minderwaardigheid, leugens, valse trots. Alles draait om zijn ego. Hij zoekt ruzie met iedereen want hij vertrouwt niemand en ziet het glas altijd half leeg. En daarom heeft hij geen echte vrienden.
De witte wolf staat voor het goede en het positieve. Hij is vriendelijk en doet niemand kwaad. Hij geeft vreugde, vrede, liefde, hoop, nederigheid, welwillendheid, empathie, vrijgevigheid, waarheid, compassie en geloof. Hij is behulpzaam, genereus, rechtschapen, en zachtaardig. Hij leeft in harmonie met de wereld om hem heen. Hij vecht alleen als het nodig is, zorgt voor de andere wolven en is trouw aan zichzelf. Hij ziet het glas altijd half vol.”
Hij zwijgt even zodat zijn kleinzoon een beeld kan vormen van deze twee wolven.
Dan zegt hij: “Iedereen heeft die twee wolven in zich. En beide willen de baas zijn in mijn denken, doen en laten.”
De kleinzoon denkt even na en vraagt: “Welke wolf wint er?”
De indiaan antwoordt: “De wolf die jij voedt. De wolf die jij aandacht geeft! Want alles wat je aandacht geeft, groeit.“